De kalkoven van De Krim staat nog steeds aan de Kalkwijk, maar hij wordt al jaren niet meer gebruikt. Hij was eigendom van de Gebroeders Minke, verveners in Dedemsvaart. Kalk werd gebruikt op de landerijen en in cement. Ze werd vroeger gemaakt van schelpen, die met schepen vanaf de Waddeneilanden werden aangevoerd. Deze schepen legden dan aan in de Lutter Hoofdwijk ter hoogte van de Kalkwijk, die toen nog een echte wijk was. Er kwam een praam, een platte schuit langszij, die met schoppen volgegooid werd, waarna hij door de wijk naar de kalkoven geboomd werd. Hier werden de schelpen met een kruiwagen op een hoop gegooid en de praam vertrok voor de volgende lading tot het schip leeg was.
De kalkovens waren betrekklijk eenvoudig van opzet. Rondom aan de onderkant waren halfcirkelige gaten, die volgestapeld werden met turf. Ook in de oven, onder een rond rooster, werd een laag turf neergelegd. Daarna moest de oven van bovenaf met schelpen worden gevuld. Over een omhooggaande aanloopsteiger liepen de arbeiders met volle kruiwagens omhoog om de schelpen via de vuldeur in de oven te storten. ‘t Was een zwaar en niet ongevaarlijk werk, dat veel aandacht vergde en dat eindeloos leek te duren. De schelpen waren vermengd met cokes om het vebrandingsproces te bevorderen. Als tenslotte de oven tot bovenaan gevuld was, werd de deur gesloten en via de gaten aan de onderkant stak men de oven in brand.
Na een dag of vier was de verbranding voltooid en nu werd de ongebluste kalk in kruiwagens geschept en in rijen op de vloer van de blusschuur gestort. Hier werd er met de hand water overheen gegoten en dat gaf een enorme dampontwikkeling, die voor de arbeiders bijzonder ongezond was. Meestal bonden ze dan ook zakdoeken voor hun mond. Na het blussen was de kalk gereed voor de verkoop. Ze werd eerst nog gezeefd en vervolgens in papieren zakken verpakt. Verreweg het grootste deel werd afgenomen door de firma Nijhuis in Coevorden.
De schelpverbranding veroorzaakte behalve een enorme rookontwikkeling allerlei kwalijke geuren. Soms fungeerden de ovens ook wel als weervoorspellers.Als je ze in de verte nog kon ruiken, kreeg je regen!
Zoals gezegd, de kalkoven in De Krim staat nog steeds aan de Kalkwijk. Begin jaren zestig werd de productie stilgelegd en in 1964 werd de Kalkwijk gedempt. Sindsdien is de oven al voor verschillende andere doeleinden gebruikt. Gelukkig heeft hij nu de status van monument gekregen en dankzij dit feit wordt hij, hoewel leegstaand, heel goed onderhouden.’t Is met recht een industrieel monument, waarop De Krim zuinig moet zijn!
Kaderstukje: ‘t Paleis op de dam
Het was een onbewoonbaar verklaarde woning en hij stond aan een wijk. De bouwvalligheid straalde ervan af, maar het huis stond op een lage zandhoogte. Vanwege die hoge staat noemde men het bouwsel het ‘Paleis op de Dam’en de bewoonster ‘Triene van de Dam’.