Het kwam niet binnen als een schok, de voice mail van Roelof Beek, de executair testamentair van Huib. Hij wilde graag, het was goed zo. Hij wilde graag verenigd worden met zijn Gerda. Hoeveel telefoon gesprekken hebben we de laatste maanden gevoerd, in ieder geval minstens 2 keer in de week. Mijn gezondheid liet en laat het niet toe om te reizen naar het Dalense, maar de telefoon was een uitkomst. Samen werkten we aan zijn laatste boekje, oorlogsherinneringen. “Het moet perfect Bé, het kan wel eens het laatste boekje zijn!” zei Huib en vervolgens gingen we weer alle bladzijden, alinea’s en zinnen door. Zelfs een woord kon nog wel eens vervangen worden. Eind 2020 belde hij me namelijk om te zeggen dat hij vaak ’s avonds sjacherijnig was. Zo alleen en hij verveelde zich. Na mijn suggestie om zijn oorlogsherinneringen op te schrijven zei Huib nog: “Ach wat kan ik me nu nog herinneren? Maar ik zal eens beginnen!”
Zijn pen schreef zoals hij op de lagere school het mij ook trachtte te leren, schuin en soms met wat lange halen. Ik heb het nooit, zoals hij het deed, kunnen doen. Bladzijde voor bladzijde kwamen bij mij binnen in Assen, vanzelfsprekend de kopieën, stel dat de post het kwijtraakte!
Het boekje is in publicatie gegaan, niet alleen de oorlogsherinneringen, maar het werd ook een eerbetoon aan mijn “oude schoolmeester” en vriend. Dagblad van het Noorden werd getipt en Gerton de journalist kwam bij hem op bezoek. Het werd een prachtig artikel, Huib was er trots op en vroeg me nog: “vond je het niet een beetje raar dat ik zei hoeveel ik van Gerda hield? Dat ik er iets over gezegd heb?” Waarschijnlijk heeft hij het nog aan anderen gevraagd, maar ik antwoordde dat hij het oprecht meende en dat iedereen dat mocht weten!
Wij noemden elkaar vrienden en zochten allerlei woorden omdat te benadrukken, het werd “Aartsvrienden” en we moesten er om lachen. Huib was vroeger een streng maar rechtvaardige hoofd der School, hij twijfelde soms of hij niet te streng was geweest en vroeg me dat tijdens de vele gesprekken die we hadden. “Waarom denk je dat een oud-leerling bij je koffie zit te drinken en je probeert wat computer-vaardigheden aan het verstand te brengen?” Hij keek me aan en zei: “Als ik het toen verprutst had, had je nu hier niet gezeten!” En zo was het.
De voicemail kwam niet als een schok, gisteren en vandaag moest ik huilen, een leegte overkwam me. Rationeel is het goed zo, maar emotioneel mis ik Huib en ja, hij is negenentachtig geworden en ja dat is een gezegende leeftijd en alles beredenerend moeten we onze zegeningen tellen, maar zoals ik ergens las: “Ik heb veel van je geleerd, maar niet hoe ik je moet missen!”
Eens als de bazuinen klinken! Vroeger zong ik het bij hem in de klas, nu heb ik het bij het beluisteren van de dienst meegezongen vanuit Assen. Het was een eer om bij je op school te mogen leren, het was een eer om onze vriendschap te mogen ervaren!
Bé van der Weide
Assen, 23-1-2022