Rivaliteit, concurrentie en bewondering.
Overpeinzingen van een concurrerende collega.
Als ik de relatie tot Huib moet omschrijven, is het een van rivaliteit, van concurrentie, van collega, en van bewondering.
Rivaliteit op velerlei gebied, maar vooral hoe je je school weet te profileren t.o.v. die van Huib. Het betreft hier de o.b. Wilhelminaschool en laten we maar direct het profiel goed neerzetten, de oudste school van Coevorden en daar kan Huib niets aan veranderen ook al doet hij nog zo z’n best t.o.v. de prot. Chr. Mijndert van der Thijnenschool.
Ook rivaliteit op wandelgebied. Wandelen, maar dan in verenigingsverband, had ik altijd min of meer geassocieerd met het christelijk deel van de natie. Maar, wie organiseerde de wandelmarsen en de avondvierdaagse in Coevorden? Juist, de wandelvereniging Tuindorp, het Rooie Dorp, met als grote animator Appe Dijkstra met zijn vrouw. Om toch maar, wat Coevorden betreft, even de zaak recht te zetten en vooroordelen weg te nemen.
Maar…., wie schitterde altijd bij deze evenementen? Juist, Huib Minderhoud met zijn Mijndert van der Thijnenschool. Groepen die eruit zagen en liepen als om door een ringetje te halen, niet in de laatste plaats, omdat zij als enige school in tenue liepen. Toch is het zo, een uniform motiveert, stimuleert en wekt afgunst. Afgunst op de laatste dag van de avondvierdaagse.
Hoe wij ook ons best deden en workshops, die toen nog niet zo heetten, volgden hoe je met je groep bochten moest nemen, kruisingen moest oversteken en hoe je moest inhalen. Dat laatste wilden we nog wel eens proberen, om vóór Huib binnen te zijn. Niets hielp, op de laatste dag werd er opgesteld in de David Krammerstraat, waar de groepen van Huib met nauw verholen trots de rest passeerden om zich, op aanwijzing van de organisatie, vooraan de groepen, achter de muziek op te stellen, mede, maar vooral dankzij het uniform. De wandelmarsen kenden een verloop door de “verloedering”van de normen en waarden, waar zij ontaarden in elkaar in de bermen of sloten duwen, het rennen langs andere groepen, het gooien met hooi, met daarnaast de overlast van fietsers en brommers.
Het werd te veel voor het gilde van onderwijzers en onderwijzeressen. Huib heeft het het langst volgehouden.
Rivaliteit op het gebied van voetbal. Jarenlang voerde de Wilhelminaschool de boventoon, soms afgewisseld door de Parkschool, waarbij Zwitsers ervan werd verdacht een aantal voetballers wat langer op school te houden om de beker in de wacht te slepen. De lengte van sommige voetballers was aanleiding voor deze onchristelijke achterdocht.
Gezegd moet worden, dat ook Huib zich hieraan bezondigde. Naarmate de Buitenvreeschool groter werd moest de ambitie voor de beker voor ons op een lager pitje gezet worden. Het bleek, dat de grootte van de school ook vaak de kans op succes vergrootte.
Zo ook de rivaliteit op zwemgebied.
De zwemwedstrijden in het openluchtbad, waar Huib met zijn ploeg redelijk succesvol was. Wij weten het aan het feit, dat hij voorzitter van de zwem- en poloclub van De Plons was. Tot ook weer de Parkschool en later de Buitenvreeschool lieten zien wie de grootste was.
Later de rivaliteit van de twee-uursrace, een lumineus idee, op een verfoeid tijdstip. In de Kerstvakantie. Het onderwijsvolk kon weer opdraven. Huib had er kennelijk de wind onder. Waar bij de openbaren het gemor steeds luider werd, leken de Christelijken zich achter hun leider te scharen. Ook hier konden wij op den duur niet op tegen de Parkschool en de Buitenvreeschool. Huib heeft nog een poosje meegedaan, dankzij Petra Pasveer.
Rivaliteit, als het ging om je te manifesteren op Koninginnedag bij de aubade. Eindelijk liepen wij dan direct achter het muziekkorps. De route was nu eenmaal zo, dat de Wilhelminaschool het eerst opgehaald werd. Huib heeft het eens gepresteerd om een keer als eerst achter het muziekkorps te lopen. Hoe hem dat gelukt is, weet ik niet meer, dat weet hij zelf het beste.
Ook Koninginnedag kende een verloop, weer dankzij de verloedering. Het pierentrappen, maar vooral het gooien kreeg de overhand. Huib heeft nog een poosje z’n eigen Koninginnedag gevierd op het schoolplein.
Concurrentie, omdat we beide in dezelfde vijver visten. Ons beider voedingsgebied was Tuindorp, Poppenhare en Lootuinen, terwijl Huib z’n leerlingen door de protestants-christelijke achtergrond ook uit andere wijken haalde, zij het sporadisch.
Huib voerde een actief wervingsbeleid, o.a. door huisbezoek, waarbij hij ons vaak voor was. Vervelend soms, maar zeker legitiem. Boze tongen beweerden zelfs dat hij in ruil voor inschrijving op zijn school wel eens een jas of iets dergelijks achterliet, waarschijnlijk stoelend op de werken der barmhartigheid.
Op den duur was de concurrentie zodanig genormaliseerd, dat de stilzwijgende afspraak was, geen kinderen van elkaar over te nemen, als ouders dachten de ene school voor de andere te moeten ruilen.
Er werd altijd eerst overleg gepleegd, voordat een dergelijk gezin op school werd aangenomen. Tot….., waardoor het kwam weet ik tot op heden nog niet, Huib een gezin van ons inschreef zonder met ons contact op te nemen.
Het contact is nadien een aantal jaren bekoeld. Gezegd moet worden, dat Huib zelf weer stappen heeft genomen om het contact weer te herstellen. We hadden ook dezelfde belangen, dezelfde bevolking, dezelfde teruggang, door het fenomeen van de golfbeweging, vergrijzing van de wijken concurrentie van de Parkschool, de opleidingsschool. Wat dit laatste mocht betekenen is me tot op heden nog niet duidelijk. Wij deden ons uiterste best en haalden soms het schier onmogelijke uit kinderen, terwijl anderen achterover leunden en de kinderen vanzelf naar hen toe kwamen.
Een collega, die zich ook vrijwel altijd in het bovenschoolsoverleg collegiaal opstelde, altijd tot overleg bereid was en zich waar mogelijk ook schikte. Op één gebied was er geen inschikkelijkheid, de Pinkstervakantie, die stond vast vanwege het Pinksterkamp, wat voor school en personeel een feest bleek te zijn. Voor ons onbegrijpelijk, dat je je vakantie opofferde voor een schoolkamp. Maar…, zoals vermeld, Huib had de wind er onder.
Bewondering voor de schier tomeloze energie, zoals het bij ons overkwam. Steeds maar weer die inzet voor de school, het profileren van de Mijndert van der Thijnenschool, bij wandelen, bij voetbal, bij zwemmen, bij Koninginnedag, bij de uitwisseling met Nordhorn. En altijd nog doorgaan, als anderen afhaakten.
Bewondering voor het feit, dat hij in de gemeenteraad plaats nam en dat zijn school daar ogenschijnlijk niet onderleed.
Bewondering voor het feit dat hij naast zijn school ook nog boeken wist te schrijven.
Bewondering, dat hij verschillende voorzitterschappen bekleedde naast het leiden van zijn school. En vooral respect, dat hij als eerste en eigenlijk als enige collega op bezoek kwam, nadat mijn vrouw Eefke in ’86 was overleden.
En nog steeds bewondering voor de energie en de tijd die hij nog steekt in de historie van Coevorden.
Een ex-collega van een rivaliserende school, waarvoor ik meer bewondering heb dan voor menig openbare collega.
Jan Vinckers.
Oud Hoofd der Wilhelminaschool
te Coevorden