Roelof Hopster

Huib Minderhoud
Een onderwijzer, die maar niet ouder lijkt te worden.

Huib D. Minderhoud,

Tjonge, dacht ik toen ik het las; Huib Minderhoud 75 jaar, dat is haast niet te geloven, in mijn ogen is het een persoon die maar niet ouder wordt, maar gezien de indrukwekkende lijst van geleverde prestaties door de jaren heen, op velerlei gebied moet het eigenlijk wel waar zijn en onwillekeurig dacht ik aan de manier waarop Huib (meneer Minderhoud toen overigens) de Hervormde School tot bloei bracht, weliswaar had ik de lagere schooltijd er toen al op zitten, maar door broertje Jakob (nu drs. Koos Hopster dus zó goed was die school) toch steeds nauw betrokken bij het wel en wee van de school.

Het meest onder de indruk ben ik natuurlijk van de schrijver Huib Minderhoud, z’n toegankelijke wijze van schrijven over diverse historische onderwerpen in talloze boeken en in het Coevorder periodiek “de Ganseveer”, maakt het lezen tot een aangename bezigheid..

Een dergelijk jubileumjaar kun je als Coevorder gemeenschap niet ongemerkt voorbij laten gaan, daar moet aktie voor ondernomen worden, en hoorde ik daar niet iemand zeggen dat er in augustus op een zeer speciale wijze aandacht aan besteed zou worden? Toen ik gisteravond in bed alles nog eens overdacht, stond voor mij vast dat ik naar die huldiging toe moest, daar was geen twijfel over mogelijk….

…Eindelijk was het dan zover, de dag van het grote huldebetoon aan Huib Minderhoud was daar! Op naar Coevorden! Via de autoradio verneem ik dat er een ongebruikelijk lange file bij Coevorden te verwachten is. Vlak bij de stad is boven de weg met matrixborden te lezen: “Bezoekers huldiging Minderhoud” volg borden. Vlak voor de brug van het Zwinderse kanaal is een enorme parkeerplaats aangelegd, deze dag is autoverkeer in Coevorden niet mogelijk, er staan busjes van Arriva klaar om de bezoekers tot op het plein vóór het Kasteel te brengen waar de feestelijkheden van start zullen gaan, het is er een drukte van belang: de chauffeur van één van de busjes wist zicht met een grote zakdoek het zweet van het voorhoofd, “het is gekkenwerk, meneer “, zegt hij tegen mij “ik zit nu bijna 40 jaar in het vak maar dit heb ik nog nooit meegemaakt”.

Stapvoets bewegen de busjes zich voorwaarts, bij “het Kasteel aangekomen stapt iedereen uit en stelt zich op met het gezicht naar het bordes van het gemeentehuis.

Even overvalt me het déjà vu gevoel, stond ik hier zo’n 55 jaar geleden ook al niet? Op Koninginnedag natuurlijk. Na de toespraak van burgemeester Feith zongen de leerlingen van alle Coevorder scholen de jarige vorstin dan toe, en de burgemeester moedigde ons dan aan om zo hard mogelijk te zingen, dan zouden ze het op Paleis Soestdijk zéker horen!

Het bordes is door de gezamenlijke Coevorder bloemisten omgetoverd in één grote bloemenzee die werkelijk alles uit de kas(t) hebben gehaald, het resultaat is indrukwekkend. Om 10 uur precies zwaaien de deuren open en onder luid applaus en toejuichingen betreedt Huib, met aan zijn zijde echtgenote Gerda, het bordes.

Burgemeester Bert Bouwmeester maant de menigte tot stilte en spreekt, onder grote aandacht, de feestrede uit. Hij geeft een overzicht van de indrukwekkende verdiensten die de jubilaris voor de Coevorder gemeenschap heeft betekend. “En zo,” onthult hij,” de beslissing van het echtpaar om destijds Coevorden als woonplaats te verruilen voor Dalen, heeft het besluit, om Dalen bij de gemeente Coevorden te voegen, in een stroomversnelling gebracht. Geen enkele stad laat graag een beroemde inwoner vertrekken, en wij waren destijds geen uitzondering, geeft hij toe, “we zijn er dus bijzonder trots op dat wij hem tenslotte weer binnen onze gemeentegrens mochten omarmen”..

Dan is het tijd voor een feestelijke rondrit, hiervoor staat de open landauer gereed waarmee ook St. Nicolaas z’n jaarlijkse intocht in Coevorden maakt.

De mensenmassa wijkt eerbiedig uiteen als Huib en Gerda op weg naar het rijtuig gaan. Ze stappen in en tegenover hen neemt burgemeester Bouwmeester plaats. De koetsier ziet er uit zoals een koetsier eruit moet zien, in uniform met tressen en getooid met een hoge hoed. Als hij het deurtje open doet en met een buiging met de hoed in de hand z’n passagiers laat instappen, blijkt het, tot verrassing van de jubilaris, de Commissaris van de Koningin in Drenthe te zijn; Relus ter Beek.

Toen hij hoorde van de huldiging van Huib stond hij er op om dit festijn mee te maken en bood zich als koetsier aan hetgeen B& W van Coevorden met beide handen aangrepen. Relus knalt met de zweep en de stoet zet zich in beweging. Ik sta tegenover het standbeeld van generaal van Heutsz en, verbeeld ik het me nou of is het werkelijkheid, de generaal kijkt erg streng naar Relus maar als Huib passeert geeft hij een knipoog..

Een eindje verderop blijft de koets stilstaan, ”tijd voor de volgende verassing”, zegt de burgemeester. Op de plaats waar tot voor kort op het straatnaambordje “Kasteel” stond vermeld is het nu afgedekt . De burgemeester vraagt of Gerda het bord wil onthullen.
Vanaf dit moment zal de straat vóór het Kasteel een andere naam krijgen, verklaart de burgemeester,“ dit zo kenmerkende gedeelte van Coevorden heet voortaan de ” Huib Minderhoud Boulevard”, met een flinke ruk aan het koord maakt Gerda de naam zichtbaar, het enthousiasme van de het publiek kent nu geen grenzen meer, gejuich en applaus zwellen aan tot orkaankracht.”Ik ben zeer vereerd”, zegt Huib, “alleen jammer dat die twee karakteristieke panden hier tegenover zijn afgebrand, hadden jullie dat nou niet kunnen voorkomen?” De burgemeester kijkt een beetje bedremmeld, en mompelt iets over vandalisme of zo iets.

De rit wordt vervolgd, Huib kan het goed vinden met de burgemeester, ze wisselen hun ervaringen in de plaatselijke politiek uit en het duurt dan ook niet lang of Huib heeft de ambtsketen van de gemeente Coevorden om z’n schouders hangen. Het volgende doel is inmiddels bereikt: de Wilhelminasingel.

“Hier is het eigenlijk allemaal begonnen” legt Huib de burgemeester uit. “Hier stond de Hervormde School” befaamd omdat zij zoveel beroemde leerlingen heeft voortgebracht”. “Helaas hoor ik daar niet bij” mengt Relus ter Beek zich in het gesprek, “Ik zat op de school die er destijds naast stond, de Koningin Wilhelminaschool”.

Het volgende doel is het museum Coevorens Veste “ook hier heb ik veel bemoeienissen mee gehad”, zegt Huib.” Nou”, zegt de burgemeester,” niet zonder resultaat, het feit dat het museum in één adem genoemd wordt met de Hermitage in St. Petersburg, het Guggenheim in New York , het Louvre in Parijs is toch een indrukwekkende prestatie!”

Relus wordt gemaand iets sneller te rijden omdat men inmiddels al ver achter op het schema ligt. In hoog tempo gaat men langs diverse gelegenheden waar Huib bemoeienissen mee heeft gehad en dat zij er nogal wat! Intussen geeft Huib de burgemeester een college over de plaatselijke geschiedenis, de heer Bouwmeester begint echter trekken van vermoeidheid te tonen terwijl Huib kwiek en monter voort praat.

De burgemeester wil trouwens zijn ambtketen terug hebben maar Huib wil deze niet meer afgeven. Langs de Hervormde Kerk, de watertoren, de Meindert van der Thijnenschool, de Pampert, waar het voormalige zwembad gevestigd was, eigenlijk is er in Coevorden geen plek te ontdekken waar Huib niet iets mee te maken heeft gehad.

Het is dan ook al bijna donker als men op weg naar Dalen gaat om Huib en Gerda naar huis te brengen. Vanzelfsprekend wijst Huib halverwege de burgemeester op het fraaie huis op de Loo, “hier woonde de beroemde Coevorder schilder Frits Meppelink”zegt hij, maar de grote stroom van informatie wordt de burgervader kennelijk wat te veel , hij begint wat glazig te kijken. Ze rijden Dalen binnen onder een fraaie erepoort die de bewoners van dit dorp hebben opgericht uit diepe bewondering voor hun fameuze dorpsgenoot.

Als ze voor de Kerk langsrijden, zegt Huib tegen de burgemeester “Over deze kerk heb ik destijds ook een boek geschreven”, het blijkt echter aan dovemansoren gericht, met z’n hoofd achterover blijkt de edelachtbare in diepe slaap gevallen te zijn. Bij het woonhuis van het echtpaar aan de Kieftenweg heeft zich een grote groep mensen verzameld, ter afsluiting van deze feestelijke dag is er namelijk nog een spectaculair vuurwerk, dit wordt door Stichting Vrienden van het stedelijk museum Drenthe’s Veste aangeboden aan de jubilaris..

Er zijn twee grote, versierde stoelen neergezet waarin Huib en Gerda plaats nemen. En kort daarna wordt een vuurwerk afgestoken waar nog jaren over gepraat zal worden, het is een aaneenschakeling van bengaals vuur, vuurpijlen, kanonskogels enz. De openingshandeling, het aansteken van de eerste vuurpijl, wordt trouwens verricht door een andere beroemdheid; Mr. Ivo Opstelten, de huidige burgemeester van Rotterdam maar die z’n carrière begonnen als burgemeester van Dalen. Nu wordt een op een stellage iets aangestoken waarin steeds duidelijker de contouren van Huib en Gerda te zien zijn, het enthousiasme van de toeschouwers kent nu geen grenzen meer, er gaat een golf van warme sympathie door de menigte. De portretten steken fel af tegen de donkere avondlucht, ik heb trouwens het idee dat ze steeds lichter worden en het lijkt net of de ogen van Huib en Gerda van tijd tot tijd vuur spugen en de knallen van het vuurwerk worden nu wel heel érg hard….

Als ik m’n ogen open doe zie ik door het raam dat er een heftig onweer boven Staphorst is losgebarsten..Wat heb je toch”zegt Trijntje, “je bent zo onrustig”. “Niks”zeg ik, “ik heb alleen m’n handen vol aan Huib Minderhoud”. “ Hè?, heb je koorts ?“. “Nee, ik leg je het morgen wel uit”

Ik draai me om en probeer weer te slapen,” die Huib, alweer 75 jaar, ik zal hem binnenkort toch eens schrijven….”

Staphorst,Augustus 2007
Roelof Hopster