Hoog rijst de in 2004 en 2005 gerestaureerde watertoren op tussen de bomen van het Van Heutszpark. Dankzij de zorgen van de Waterleidingmaatschappij Drenthe en de gemeente Coevorden is hij in opvallend fraai geschilderde, oude staat teruggebracht. Meer nog, hij kreeg ook een nieuwe bestemming als lichttoren. Tijdens zijn feestelijke opening was dankzij het kunstenaarschap van Corrie van de Vendel in het inwendige het lichtspel ‘Montfergat en de lichtval’ te bewonderen. Vervolgens kreeg elk winterhalfjaar weer een andere kunstenaar opdracht een nieuw lichtspel te ontwerpen, maar daar kwam helaas begin 2008 een eind aan. Nu fungeert de watertoren alleen nog als een waardevol monument.
Natuurlijk had het gemeentebestuur van Coevorden oorspronkelijk een heel andere bedoeling met de nieuwe toren. Door zijn hoogte van ruim tweeëndertig meter zou het in het reservoir omhoog gebrachte drinkwater volgens de wet van de communicerende vaten de hoogste verdiepingen van de toenmalige stad kunnen bereiken. Mits het leidingnet niet uitgebreid zou worden tot de omringende dorpen en buurtschappen, want daarvoor was de zo ontstane druk niet hoog genoeg.
De toren is van 1914. Eeuwenlang hadden de Coevordenaren sloot- en grachtwater gedronken en pas in de negentiende eeuw werden waterputten geslagen. Eerst bij particulieren, maar later ook op bepaalde punten in de stad, voor algemeen gebruik. Op die putten waren dan pompen met een zwengel en een wijde kraanbuis gemonteerd. Een bekende pomp (de nummer 2!) stond bij het Weeshuis en toen de Eendrachtstraat in 1908 werd aangelegd, plaatste het gemeentebestuur er daar ook een. Een heel bijzondere, ondergebracht in een stenen huisje met een uitwendig aangebrachte zwengel en een kraan.
Toen in laatstgenoemd jaar een ondernemer uit Rotterdam aanbood een commercieel waterleidingbedrijf in Coevorden aan te leggen, vond men dat absoluut nog niet nodig. En als het dan toch eens moest gebeuren, zo redeneerde men, kon men dat beter zelf doen! Dat laatste kwam sneller dan verwacht. Een minder gunstig rapport over de kwaliteit van het stadspompwater en de door een langdurige droogte veroorzaakte drinkwaterschaarste in 1911, deden burgemeester en wethouders besluiten toch tot de aanleg over te gaan. Een terrein van drie hectare woeste grond ‘op De Loo’ in de gemeente Dalen, waar proefboringen een grote hoeveelheid natuurlijk gefilterd grondwater hadden aangetoond, werd voor duizend gulden per hectare aangekocht. Aan de gemeenten Hardenberg, Gramsbergen en Dalen werd gevraagd het waterleidingbedrijf gezamenlijk op te zetten, maar dat liep op niets uit. Hardenberg liet niets van zich horen, Gramsbergen haakte na één bespreking af en Dalen berichtte ‘geen belangstelling’ te hebben.
Het ondernemende gemeentebestuur besloot nu op eigen kracht verder te gaan. Er werd een lening van ƒ 150.000,- gesloten en op 10 december 1913 vond de aanbesteding plaats. Onder leiding van architect J.P. Hazeu uit Arnhem werden in 1914 een pompstation met een ijzeren watertorentje en een machinistenwoning op het aangekochte terrein gebouwd. Bij het station verrees daarna nog een extra betonnen watertoren met een aanvullend cokesfiltersysteem. Een gietijzeren leiding werd via het Kozakkendijkje, de Looweg en het Poppenhaarsedijkje (nu de Poppenharelaan) naar de vestinggracht gelegd om uit te komen op het hoogste punt van het voormalige buitenste vestingterrein, 12,5 meter boven NAP. Daar verrees de watertoren, een wonder van bouwkunst, hoog oprijzend, massief en toch sierlijk met een hoogwaterreservoir van honderdvijftig kubieke meter. Van het zuiverste water leverend! Naast de eeuwenoude hervormde kerk had Coevorden ineens een tweede beeldbepalend gebouw en daar was men niet weinig trots op.
In 1941 onderging de toren enige veranderingen. Het inmiddels verweerde sierpleisterwerk onder het dak werd verwijderd en het reservoir kreeg inwendig een houten overkapping. In 1952 verviel de drukfunctie van de toren. De uitbreiding van het net naar nieuwe wijken en buurtschappen maakte een grondige verbouwing van het pompstation en een forse uitbreiding van het machinepark noodzakelijk en voortaan kwam het water nog wel via de toren, maar werd nu door machinale druk naar de verste leidingen getransporteerd. Het water in het reservoir vormde alleen nog een reservevoorraad. Door het zich uitbreidende net kwam men in aanraking met de WMD, die de waterleiding concessie voor het aan Coevorden grenzende Drentse gebied bezat. Besprekingen om elkaars verspreidingsgebied af te bakenen volgden en een heel belangrijk resultaat van dit overleg was, dat het Coevorder bedrijf aanzienlijke hoeveelheden water ging leveren aan de WMD. Toen dan ook in 1954 Dalen aangesloten werd op het drinkwaternet van deze maatschappij, leverde ‘Coevorden’ via de WMD drinkwater aan Dalen, dat uit Daler bodem werd opgepompt. Dat had veertig jaar eerder ook al kunnen gebeuren!
Per 1 januari 1988 werd het Coevorder gemeentelijk waterleidingbedrijf ten langen leste overgedragen aan de WMD. Toekomstige investeringsuitgaven en het provinciale streven naar grotere drinkwaterbedrijven dwongen de gemeente hier min of meer toe. Een jaar later werd de watertoren definitief aan de waterleiding onttrokken. Het bleek, dat door corrosie van de oude gietijzeren leiding naar de toren het hier langs getransporteerde water een bruine kleur ging vertonen. Sindsdien stond de watertoren doelloos en veronachtzaamd daar.
Tot juli 2005, toen met een korte inwijdingsbijeenkomst de monumentale toren een nieuwe bestemming kreeg. Sta er eens een moment bij stil.
Bron: Mo(nu)mentjes in Stad en Streek 2010 – Huib D. Minderhoud
www.huibminderhoud.nl
Gedigitaliseerd door Justin van der Weide